Zie je dat, Radjpatie? De vlammen lonken naar je en verlichten wispelturig je zachte trekken. En als het wilde water borrelt, maak je thee, en je kijkt hoe de bladeren zich zachtjes uitrekken, uit een diepe slaap gewekt, en het water langzaam vullen met nevels van betoverende tinten groen. Wij wachten, geduldig, en kijken hoe ons vuur een lange sliert rook omhoog slingert, door de avondschemer, tot ver het blauwe duister in.